Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Evangelie volgens Johannes (Deel Een)

 <<    >> 
Les 3 Sabbat, 18 januari 2025

De bruiloft te Kana

Tekst om te onthouden: “Zo wat Hij u zal zeggen, doet dat” (Johannes 2:5, laatste deel).

“Jezus begon het hervormingswerk door een groot medeleven met de mensen te tonen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 117.

Aanvullende studie:   –De Wens der Eeuwen, blz. 112–120; 
  -Boodschap aan Jonge Mensen, blz. 381–395. 

Zondag 12 januari

1. HET BEGIN VAN CHRISTUS’ DIENSTWERK

A. Waar begon Jezus Zijn dienstwerk op aarde? Johannes 2:1–2.

“Jezus begon Zijn dienstwerk niet met een grote daad voor het Sanhedrin in Jeruzalem. Tijdens een familiebijeenkomst in een klein dorp in Galilea werd Zijn kracht aangewend om de vreugde van een bruiloft te vermeerderen. Op deze wijze toonde Hij Zijn medevoelen met de mensen, en Zijn wens om bij te dragen tot hun geluk. In de woestijn der verzoeking had Hijzelf de beker der smart gedronken. Hij ging nu uit om de mensen de beker van de zegen te geven, om door Zijn zegenwens de verhoudingen in het leven van de mens te heiligen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 112.

B. Wat gebeurde er lang voor het einde van het bruiloftsfeest? Johannes 2:3.

“Ze (Maria) verlangde ernaar, dat Hij aan het gezelschap zou bewijzen, dat Hij werkelijk de Geëerde Gods was. Zij hoopte, dat er gelegenheid voor Hem (Jezus) zou zijn om een wonder te doen voor hen.

Het was de gewoonte in die tijd, dat een bruiloftsfeest verscheidene dagen duurde. Bij deze gelegenheid bleek, dat, eer het feest ten einde was, de voorraad wijn op was. Deze ontdekking veroorzaakte veel verwarring en spijt. Het was niet gebruikelijk om op feestelijke gelegenheden het zonder wijn te stellen, en gebrek aan wijn zou wijzen op een gebrek aan gastvrijheid.” –De Wens der Eeuwen, blz. 113.


Maandag 13 januari

2. CHRISTUS EN ZIJN MOEDER

A. Wat zei de moeder van Christus, en wat was Zijn antwoord? Johannes 2:3–4.

“(Zie Johannes 2:4). Dit antwoord, kortaf naar het ons toeschijnt, getuigt niet van koelheid of onbeleefdheid. De manier, waarop de Heiland Zijn moeder aansprak, was in overeenstemming met de gewoonten in het Oosten. Deze wijze van aanspreken werd gebruikt tegenover mensen, voor wie men eerbied wilde tonen. Iedere daad in het leven van Christus op aarde was in overeenstemming met het voorschrift, dat Hijzelf gegeven had: ‘Eer uw vader en uw moeder’ (Exodus 20:12). Aan het kruis, bij Zijn laatste daad van tederheid jegens Zijn moeder, sprak Jezus haar weer op dezelfde wijze aan, toen Hij haar toevertrouwde aan de zorgen van Zijn meest geliefde discipel. De liefde, die sprak uit Zijn toon, blik en manieren, zowel op het bruiloftsfeest als aan het kruis, verklaarde Zijn woorden.” –De Wens der Eeuwen, blz. 113–114.

B. Wat zei de moeder van Christus tegen de dienaren, en hoe zijn deze woorden ook nu op ons van toepassing? Johannes 2:5.

“Zijn (Christus’) volgelingen moeten steeds meer een kracht worden in de verkondiging van de waarheid naarmate ze dichter bij de volmaaktheid van geloof en liefde voor hun broeders en zusters komen. God heeft goddelijke bijstand voorzien voor alle noodgevallen, waar onze menselijke hulpbronnen niet toe in staat zijn. Hij geeft de Heilige Geest om te helpen in elke benarde situatie, om onze hoop en zekerheid te versterken, om onze geest te verlichten en onze harten te zuiveren. Hij bedoelt, dat er voldoende voorzieningen zullen worden geboden voor het uitvoeren van zijn plannen. Ik bid u om raad te zoeken bij God. Zoek Hem met heel uw hart en ‘wat Hij u zal zeggen, doet dat’ (Johannes 2:5).” –Testimonies for the Church, vol. 6, blz. 414–415.

C. Wat zei Jezus tegen de dienaar op de bruiloft om te doen? Johannes 2:6–8.

“Naast de deur stonden zes grote stenen watervaten, en Jezus zei tot de bedienden, dat ze die moesten vullen. Dit werd gedaan. Aangezien men de wijn onmiddellijk nodig had, beval Hij: ‘Schept nu, en brengt het aan de leider van het feest’. In plaats van water, waarmee de vaten gevuld waren, stroomde er nu wijn uit.” –De Wens der Eeuwen, blz. 115.


Dinsdag 14 januari

3. DE WIJN VAN CHRISTUS

A. Hoe reageerde de leider van het feest, toen de wijn werd geserveerd? Johannes 2:9–10.

“Noch de leider van het feest, noch de gasten hadden gemerkt, dat de wijn op was. Toen hij proefde, wat de bedienden hem brachten, vond de leider dit beter dan alles wat hij ooit tevoren gedronken had, en geheel verschillend van datgene wat aan het begin van het feest geschonken was.” ­–De Wens der Eeuwen, blz. 115.

B. Wat voor soort wijn had Christus verschaft? Jesaja 65:8.

“De wijn, die Christus schonk voor het feest, en de wijn, die Hij aan Zijn discipelen gaf als een symbool van Zijn eigen bloed, was zuiver druivensap. Hiervan spreekt de profeet Jesaja, wanneer hij spreekt van nieuwe wijn ‘in een druiventros’, en zegt: ‘Verderf hem niet; want er ligt een zegen in’ (Jesaja 65:8) …

De ongegiste wijn, die Hij verschafte aan de bruiloftsgasten, was een gezonde, verfrissende drank. De uitwerking daarvan bracht de smaak in harmonie met een gezonde eetlust.” –De Wens der Eeuwen, blz. 116, 117.

C. Wat zegt de Schrift over gefermenteerde wijn? Spreuken 20:1; 23:29–35.

“Het was Christus, Die in het Oude Testament Israël de waarschuwing gaf: ‘De wijn is een spotter, de drank een luidruchtige, ieder, die zich daaraan overgeeft, is onwijs’ (Spreuken 20:1). En Hijzelf gaf de mensen niet een dergelijke drank. Satan verleidt de mensen om te zwelgen in datgene wat het verstand benevelt en de geestelijke opvattingen afstompt, maar Christus leert ons de lagere natuur te overwinnen. Zijn gehele leven was een voorbeeld van zelfverloochening. Om de macht van de eetlust te breken, doorstond Hij om onzentwille de zwaarste beproeving, die een mens kan krijgen. Het was Christus, Die aanwijzingen gaf, dat Johannes de Doper wijn noch sterke drank zou drinken. Hij was het, Die een dergelijke geheelonthouding oplegde aan de vrouw van Manoah. En Hij sprak een vloek uit over de man, die de fles zou brengen aan de lippen van zijn naaste. Christus sprak Zijn eigen leer niet tegen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 116–117.


Woensdag 15 januari

4. CHRISTUS’ VOORBEELD OP SOCIALE BIJEENKOMSTEN

A. Welke doelen werden bereikt door zowel Christus’ aanwezigheid als Zijn wonder op het bruiloftsfeest, ook voor ons nu? Johannes 2:11.

“Christus wist alle dingen; Hij keek door de eeuwen heen naar onze eigen tijd, en zag wat de toestand van de maatschappij zou zijn aan het einde van de wereldgeschiedenis. Hij zag duizenden en duizenden omkomen door het gebruik van wijn en sterke drank. De wereld zou geleidelijk in dezelfde staat komen als in de dagen voor de zondvloed. Maar de hemel heeft een waarschuwingssignaal gegeven, zodat mensen gewaarschuwd kunnen worden en met God kunnen samenwerken voor hun eigen zelfbehoud. Hij heeft ons voorbeelden gegeven van absolute onthouding, en aanwijzingen gegeven die, indien opgevolgd, zullen resulteren in de schepping en het behoud van de kracht, vaardigheid en uitmuntendheid van onze kinderen.” –The Signs of the Times, 16 april 1896.

B. Beschrijf de verfrissende houding, die Christus gedurende Zijn dienstwerk tentoonspreidde. Matthéüs 11:29.

“Jezus begon het hervormingswerk door een groot medeleven met de mensen te tonen. Terwijl Hij de grootste eerbied voor de wet Gods aan de dag legde, berispte Hij de schijnvroomheid van de Farizeeën en trachtte het volk vrij te maken van de zinloze voorschriften, waardoor ze gebonden waren. Hij trachtte de scheidsmuren af te breken, die de verschillende lagen van de maatschappij scheidden, zodat Hij de mensen zou kunnen samenbrengen als de kinderen van één gezin. Zijn aanwezigheid op het bruiloftsfeest was bedoeld als een stap in die richting.” –De Wens der Eeuwen, blz. 117–118.

“Jezus bestrafte genotzucht in al zijn vormen, maar toch was Hij een gemeenschapsmens van nature. Hij aanvaardde de gastvrijheid van alle lagen der bevolking, bezocht de huizen van de rijken en de armen, van de geleerden en de onwetenden, en zocht hun gedachten te verheffen vanuit de vragen van het gewone leven tot de dingen, die geestelijk en eeuwig zijn. Hij gaf Zijn goedkeuring niet aan losbandigheid, en geen spoor van wereldse lichtzinnigheid bevlekte Zijn gedrag; toch vond Hij vreugde in tonelen van onschuldig geluk, en heiligde door Zijn aanwezigheid de gezellige bijeenkomst. Een Joods huwelijk was een indrukwekkende gebeurtenis, en de vreugde daarvan mishaagde de Zoon des mensen niet. Door dit feest bij te wonen, eerde Jezus het huwelijk als een goddelijke instelling.” –De Wens der Eeuwen, blz. 118.


Donderdag 16 januari

5. GEZONDE SOCIALE WISSELWERKING

A. Wat moeten we leren van het voorbeeld van Christus, dat Hem onderscheidde van de geestelijke leiders van Zijn tijd? Spreuken 18:24.

“Het dienstwerk van Christus stond in opvallende tegenstelling met het werk van de Joodse oudsten. Hun zorg voor overlevering en vormendienst had iedere werkelijke vrijheid in gedachten en daden vernietigd. Zij leefden in een voortdurende vrees voor verontreiniging. Om contact met de ‘onreinen’ te vermijden, hielden ze zich afzijdig, niet alleen van de heidenen, maar van het grootste deel van hun eigen volk, en ze trachtten hun geen goed te doen noch hun vriendschap te winnen. Door zich voortdurend met deze zaken bezig te houden, hadden ze de groei van hun geest belemmerd en hun gezichtskring vernauwd. Hun voorbeeld moedigde zelfzucht en onverdraagzaamheid aan onder alle lagen van de bevolking.” –De Wens der Eeuwen, blz. 117.

B. Wat moet ons doel zijn in alle sociale wisselwerkingen? Spreuken 11:30.

“We kunnen duizenden kleine attenties geven, door vriendelijke woorden en aangename blikken. Die kaatsen naar ons terug als in een spiegel. Onattente christenen laten door hun ongeïnteresseerdheid tegenover anderen zien, dat zij niet één met Christus zijn. Het is onmogelijk om één met Christus te zijn en tegelijk onvriendelijk te zijn tegen anderen en geen oog te hebben voor hun rechten.

We moeten allen getuigen voor Jezus worden. We moeten onze sociale invloed, die door de genade van Christus geheiligd is, versterken om zielen voor de Heiland te winnen. Laat de wereld zien, dat we niet zelfzuchtig bezig zijn met ons eigen belang, maar dat we willen, dat anderen onze zegeningen en voorrechten delen. Laat zien, dat ons geloof niet harteloos of veeleisend maakt. Ieder, die belijdt Christus gevonden te hebben, moet werken voor de mensheid, zoals Hij deed. We mogen de wereld nooit de valse indruk geven, dat christenen een droefgeestig, ongelukkig volk zijn.” –Het Bijbels Gezin, blz. 356.


Vrijdag 17 januari

Terugblik

1. Beschrijf de geestelijke vruchten, die het wonder van Christus in Kana voortbracht.

2. Beschrijf de relatie tussen Christus en Zijn moeder.

3. Waarom toonde de leider van het feest zich verbaasd?

4. Wat voor wijn symboliseert op passende wijze het bloed van Christus?

5. Welk voorbeeld van Jezus tijdens sociale bijeenkomsten moeten we onthouden?

 <<    >>