Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Evangelie volgens Johannes (Deel Een)

 <<    >> 
Les 5 Sabbat, 1 februari 2025

Jezus en Nicodémus

Tekst om te onthouden: “Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien” (Johannes 3:3).

“De bron des harten moet gezuiverd worden, voordat de stromen rein kunnen zijn. Hij, die tracht de hemel te bereiken door zijn eigen werken, door het houden van de wet, beproeft een onmogelijkheid.” –De Wens der Eeuwen, blz. 135.

Aanvullende studie:   –Schreden naar Christus, blz. 79–90. 

Zondag 26 januari

1. EEN VOORAANSTAAND MAN ZOEKT JEZUS OP

A. Wie was Nicodémus, en hoe werd hij beschouwd in de ogen van het volk? Johannes 3:1, 10.

“Nicodémus bezette een hoge vertrouwenspositie bij het Joodse volk. Hij was zeer ontwikkeld en bezat buitengewone gaven, en hij was een geëerd lid van de nationale raad… Hoewel hij rijk, geleerd en geëerd was, werd hij op wonderlijke wijze aangetrokken door de bescheiden Nazarener.” –De Wens der Eeuwen, blz. 132.

“Hij was een strenge Farizeeër en ging prat op zijn goede werken. Hij was overal geacht om zijn welwillendheid en zijn milddadigheid bij het ondersteunen van de tempeldienst, en hij was ervan overtuigd, dat hij in de gunst stond bij God.” –De Wens der Eeuwen, blz. 134.

B. Op welk uur ging Nicodémus naar Jezus? Johannes 3:2 (eerste deel).

“Nadat hij door bijzondere informatie te weten was gekomen, waar de Heiland gewoon was Zich terug te trekken op de Olijfberg, wachtte hij tot de stad verstild was in sluimer, en zocht Hem toen op.” –De Wens der Eeuwen, blz. 133.


Maandag 27 januari

2. HET PRIVÉ GESPREK

A. Wat toont het vriendelijke begrip van Jezus in het ontvangen van Zijn bezoeker op zo’n laat uur van de nacht? Psalm 31:21–22.

“Hij (Nicodémus) verlangde er zeer naar een gesprek met Jezus te hebben, maar schrok ervoor terug Hem openlijk op te zoeken. Het zou al te vernederend zijn voor een overste der Joden om toe te geven, dat hij sympathie had voor een leraar, die nog zo weinig bekend was. En wanneer zijn bezoek het Sanhedrin ter ore zou komen, zou dit hun verachting en veroordeling over hem brengen. Hij besloot tot een heimelijk gesprek, met de verontschuldiging dat, wanneer hij openlijk zou gaan, anderen misschien zijn voorbeeld zouden volgen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 133.

B. Beschrijf hoe Nicodémus zijn gesprek met Jezus begon. Johannes 3:2.

“In de tegenwoordigheid van Christus voelde Nicodémus een vreemde beschroomdheid, die hij trachtte te verbergen onder een schijn van kalmte en waardigheid. ‘Rabbi’, zei hij, ‘wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar, want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met hem is’. Door te spreken over Christus’ zeldzame gaven als leraar, en ook over Zijn buitengewone kracht om wonderen te verrichten, hoopte hij de weg vrij te maken voor zijn gesprek. Zijn woorden waren bedoeld om vertrouwen uit te drukken en uit te lokken; maar in werkelijkheid drukten ze ongeloof uit. Hij erkende niet, dat Jezus de Messias was, maar alleen een leraar, die van God gezonden was.” –De Wens der Eeuwen, blz. 133.

C. Met welk idee verraste Christus Nicodémus abrupt? Johannes 3:3.

“In plaats van deze begroeting te erkennen, richtte Jezus Zijn ogen op de spreker, alsof Hij tot in zijn ziel las. In Zijn oneindige wijsheid zag Hij een zoeker naar waarheid voor Hem staan. Hij kende het doel van dit bezoek, en met het verlangen de overtuiging, die in het hart van Zijn toehoorder reeds aanwezig was, te versterken, ging Hij meteen op het doel af, door plechtig maar vriendelijk te zeggen: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien’ (Johannes 3:3).

Nicodémus was tot de Heere gekomen met de gedachte met Hem in discussie te kunnen treden, maar Jezus legde de grondslag van de beginselen der waarheid bloot.” –De Wens der Eeuwen, blz. 133.


Dinsdag 28 januari

3. DE WEDERGEBOORTE

A. Hoe reageerde Nicodémus op wat Christus zei, dat hij nodig had, en waarom hebben wij allemaal, net als hij, een wedergeboorte-ervaring nodig? Johannes 3:4–8.

“De beeldspraak van de wedergeboorte, die Jezus hier gebruikte, was niet geheel onbekend voor Nicodémus. Mensen, die van het heidendom juist bekeerd waren tot het geloof van Israël werden dikwijls vergeleken met pasgeboren kinderen. Daarom moet hij begrepen hebben, dat de woorden van Jezus niet letterlijk opgevat moesten worden. Maar krachtens zijn geboorte als Israëliet meende hij, dat hij zeker kon zijn van een plaats in het koninkrijk Gods. Hij meende, dat hij niet veranderd behoefte te worden. Daarom was hij zo verrast over de woorden van de Heiland. Hij ergerde zich eraan, dat ze zo sterk op hemzelf van toepassing waren. De trots van de Farizeeër streed tegen het eerlijk verlangen van de zoeker naar waarheid. Hij verbaasde zich erover, dat Christus tot hem sprak, zoals Hij deed, zonder zijn positie als overste in Israël te ontzien.

Overrompeld in zijn houding vol zelfvertrouwen antwoordde hij Christus met woorden vol ironie: ‘Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is?’ Evenals vele anderen doen, wanneer een snijdende waarheid tot hun geweten doordringt, openbaarde hij het feit, dat de natuurlijke mens de dingen van de Geest Gods niet aanvaardt. Er is niets in hem, dat beantwoordt aan de geestelijke dingen, want geestelijke dingen worden geestelijk onderscheiden.

Maar de Heiland ging niet met hem argumenteren. Hij hief Zijn hand op met ernstige, rustige waardigheid en legde met nog groter zekerheid de nadruk op de waarheid: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan’.” –De Wens der Eeuwen, blz. 134.

B. Wanneer en hoe kan een individu wedergeboren worden? Johannes 1:12–13.

“Maar ‘alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’, opdat de mens met God verzoend zou worden. Door de verdiensten van Christus kan hij weer in harmonie met zijn Schepper leven. Zijn hart moet door Gods genade worden vernieuwd. Deze verandering wordt de wedergeboorte genoemd. Jezus zegt, dat tenzij iemand wedergeboren is, hij het Koninkrijk Gods niet kan zien.” –De Grote Strijd, blz. 433.

“Door eenvoudig in God te gaan geloven, heeft de Heilige Geest in uw hart nieuw leven gewekt. U bent een nieuwgeboren kind in Gods gezin, en Hij houdt van u, zoals Hij van Zijn Zoon houdt.” –Schreden naar Christus, blz. 62.


Woensdag 29 januari

4. REINIGING EN ZICH BEKEREN

A. Wat symboliseert de reiniging en bekering, die met de wedergeboorte gepaard gaan? Markus 16:16 (eerste deel).

“De bekerende macht van God kan overgeërfde en aangeleerde neigingen veranderen; want geloof in Jezus vormt ons ten goede. ‘opnieuw geboren zijn’ wil zeggen: verandering, een nieuwe geboorte in Christus Jezus.” –Het Bijbels Gezin, blz. 167.

“Christus heeft de doop gesteld als het teken van het binnengaan in Zijn geestelijk Koninkrijk. Hij heeft die gesteld als een positieve voorwaarde, waaraan allen moeten voldoen, die erkend willen worden als te staan onder de autoriteit van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Alvorens de mens een thuis kan vinden in de Gemeente, alvorens hij de drempel van Gods geestelijk Koninkrijk overschrijdt, moet op hem de Goddelijke Naam geschreven worden: ‘ De Heere onze gerechtigheid ‘( Jeremia 23:6).

De doop is de plechtigste verzaking van de wereld. Die gedoopt zijn in de drievoudige Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, precies aan het begin van hun christelijk leven, getuigen in het openbaar, dat ze de dienst van Satan hebben opgegeven, en leden van het Koninklijke gezin zijn geworden, kinderen van de hemelse Koning. Zij hebben het bevel gehoorzaamd: ‘Gaat uit het midden van hen en scheidt u af, … en raakt niet aan hetgeen onrein is’. En aan hen is de belofte vervuld: ‘Ik zal ulieden aannemen en Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige’ (2 Korinthe 6:17–18).” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 2, blz. 409.

B. Wat is verklaard over het kwaad van onze menselijke natuur en Gods plan om ons te veranderen? Johannes 3:6; Jeremia 17:9; Efeze 5:26–27.

“Het is voor ons onmogelijk om in eigen kracht te ontsnappen uit het moeras van de zonde, waarin we verzonken zijn. Onze harten zijn slecht, en wij zullen deze nooit kunnen veranderen… Opvoeding, cultuur, wilskracht en de pogingen van de mens hebben allemaal hun eigen plaats, maar in dit opzicht zijn ze machteloos. Ze mogen bijdragen tot een uiterlijk correct gedragspatroon, maar ze kunnen het hart niet veranderen, ze kunnen de bronnen van het leven niet zuiveren. Er moet een kracht zijn, die van binnenuit werkt, een nieuw leven dat van boven is, voordat een zondig mens in een heilig mens veranderd kan worden. Die kracht is Christus. Alleen Zijn genade kan de levenloze eigenschappen in het innerlijk van de mens tot leven wekken en hem naar God leiden en naar het heilige.” –Schreden naar Christus, blz. 20–21.


Donderdag 30 januari

5. NIEUW LEVEN EN FRISSE DADEN

A. Welke boodschap moesten de apostelen later opschrijven over de verandering in inzicht, die met de wedergeboorte gepaard gaat? Galaten 2:20; 1 Johannes 2:15–17.

“De bekerende kracht van God kan overgeërfde en aangeleerde neigingen veranderen, want geloof in Jezus vormt ons ten goede. ‘opnieuw geboren zijn’ wil zeggen: verandering, een nieuwe geboorte in Christus Jezus.” –Het Bijbels Gezin, blz. 167.

“Hij (Paulus) was ervan overtuigd, dat als de geesten van de mensen ertoe gebracht konden worden het verbazingwekkende offer te begrijpen, dat de Majesteit van de hemel bracht, alle zelfzucht uit hun harten verbannen zou worden. Hij richt de geest eerst op de positie, die Christus in de hemel innam, in de boezem van Zijn Vader; hij openbaart Hem daarna als iemand die Zijn heerlijkheid aflegt, Zich vrijwillig onderwerpt aan alle vernederende omstandigheden van de menselijke natuur, de verantwoordelijkheden van een dienaar op zich neemt en gehoorzaam wordt tot de dood, en die dood is de meest schandelijke en weerzinwekkende, de meest schandelijke, de meest pijnlijke, de dood aan het kruis. Kunnen christenen deze wonderbaarlijke tentoonstelling van de liefde van God voor de mens overdenken zonder emoties van liefde en een besef van het feit, dat wij niet van onszelf zijn? Zo’n Meester moet niet gediend worden vanuit tegenzinnige, hebzuchtige, zelfzuchtige motieven.” –Testimonies for the Church, vol. 4, blz. 458.

“Ik zou u hetzelfde willen zeggen, als wat Christus tegen Nicodémus zei: ‘Gijlieden moet wederom geboren worden’. Zij, in wier hart Christus regeert, zullen niet verlangen om de uiterlijkheden van de wereld te imiteren. Zij zullen de banier van het kruis overal uitdragen, altijd getuigenis afleggen van hogere doelen en edeler thema’s dan die waar wereldse mensen in opgaan. Onze kleding, onze huizen, onze gesprekken moeten getuigen van onze toewijding aan God. Wat een kracht zou uitgaan van hen, die er zo doende blijk van zouden geven, dat zij alles hadden opgegeven voor Christus.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 156.


Vrijdag 31 januari

Terugblik

1. Hoe zag Nicodémus zichzelf vanwege zijn goede werken?

2. Hoe gedroeg Nicodémus zich in de aanwezigheid van Christus?

3. Wat betekent het om “wedergeboren” te worden?

4. Hoe vindt de wedergeboorte plaats?

5. Welke verandering in houding is het gevolg van de wedergeboorte, en waarom?

 <<    >>